De feiten
In de partij Joost Hooijberg – Simon Harmsma claimt de zwartspeler, die zojuist 47. … 35-2 heeft gespeeld, dat daarmee voor de derde keer dezelfde stand met dezelfde speler aan zet is bereikt, en dat de partij dus remise is.
Zijn tegenstander trekt de juistheid van zwarts remiseclaim in twijfel, eist dat hij die in zijn eigen tijd moet aantonen, en doet een 48e zet zodat zwarts klok weer gaat lopen.
Vervolgens zet de zwartspeler zijn klok stil, om een beslissing van de arbiter (die elders in de speelzaal bezig is en nog niet heeft gemerkt dat zijn aanwezigheid hier vereist is) in te roepen.
Bij het bord aangekomen, constateert de arbiter dat zwart de klok heeft stil gezet en bestraft hij op aandringen van de witspeler de zwartspeler met partijverlies op grond van artikel 10.4 SWR. Op het verzoek van de zwartspeler om eerst diens remiseclaim op juistheid te controleren, gaat hij niet in, ook niet als de teamleider daar naderhand nogmaals om vraagt.
Overwegingen en uitspraak van de commissie
Op grond van de partijnotaties staat onomstotelijk vast dat de stand die na zwarts 47e zet op het bord kwam te staan, ook al na zwarts 43e en zwarts 45e zet op het bord heeft gestaan. Volgens artikel 9.e van het Spel- en Wedstrijdreglement is daarmee – ongeacht de vraag of en wanneer de arbiter de claim heeft onderzocht dan wel de herhaling-van-stand uit eigen waarneming heeft geconstateerd – de partij na zwarts 47e zet in remise geëindigd.
De arbiter had daarom, alvorens een beslissing te nemen, allereerst de remise-claim van de zwartspeler moeten onderzoeken. Hij zou dan geconstateerd hebben dat die terecht was, en had vervolgens de partij na 47 zetten in remise geëindigd moeten verklaren.
Dat er na dit reglementaire einde van de partij door wit nog een 48e zet is gedaan en door zwart vervolgens de klok is stil gezet, is van geen enkele betekenis: de partij was op dat moment al afgelopen. De beslissing van de arbiter om de zwartspeler daarvoor met partijverlies te straffen mist dus elke grond.
Overigens, voor alle duidelijkheid: als zwarts remise-claim onjuist was gebleken, zou de bestraffing met partijverlies wegens het stilzetten van de klok (in dat geval dus: “tijdens de partij”) reglementair wel correct zijn geweest.
De commissie wijst het protest derhalve toe. De uitslag van de partij Joost Hooijberg – Simon Harmsma wordt gewijzigd in 1-1, en de wedstrijduitslag in 10-10